Wat is de betekenis van Hospitarius?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hospitarius

(Lat.), m. (-sen), in een klooster de monnik die de vreemdelingen gastvrij ontvangt en de vragenden te woord staat.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hospitarius

broeder die in een klooster gasten opvangt

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hospitarius

m. (Ned.) hospitariussen(Lat.) hospitarii; in een klooster de monnik, die de vreemdelingen gastvrij ontvangt of ze te woord staat.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hospitarius

HOSPITARIUS, m. (-sen), in een klooster de monnik die de vreemdelingen gastvrij ontvangt en de vragenden te woord staat.

Gerelateerde zoekopdrachten