Hoogsteigen
bn., in de uitdr. in hoogsteigen persoon, zelf, als van hooggeplaatste personen sprake is, of, gewoonlijk, alleen in scherts als blote versterking van eigen.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., in de uitdr. in hoogsteigen persoon, zelf, als van hooggeplaatste personen sprake is, of, gewoonlijk, alleen in scherts als blote versterking van eigen.
Wiktionary (2019)
hoogsteigen - Bijvoeglijk naamwoord 1. betrefende een zeer hoog geplaatst persoon: zelf dus niet via een ander ♢ In Praag kwam hij tot bedaren en bood Brahe per brief excuses aan voor 'mijn verachtelijk gedrag en mijn verschrikkelijke overtredingen'. De excuses werden aanvaard, en Brahe kwam hem in hoogste...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., in de uitdr. in — persoon, zelf, als van hooggeplaatste personen sprake is, of, gewoonlijk alleen scherts, als versterking van eigen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: