Wat is de betekenis van hoogspringen?

o., (gymn.) het springen over een lat op zekere hoogte: hoogspringen met en zonder stok.

hoogspringen - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) atletiekdiscipline waarbij het de bedoeling is over een tussen twee staanders bevestigde lat of touw te springen hoogspringen - Werkwoord 1. (inerg) (sport) over een hooggeplaatste, tussen twee staanders bevestigde lat of touw proberen springen Woordherkomst samens...

(alleen onbep. wijs) so - na een aanloop en afzet met één voet springen over een lat op zekere hoogte (spreektaal: hoog) (hoogspringen zonder aanloop (uit stand) is in r938 als atletiekonderdeel geschrapt). • Een poging van een atleet wordt als mislukt beschouwd als: (a) de lat door toedoen van de atleet tijdens of na de sprong niet op de steunen b...

Het eenvoudig nemen van een hindernis heeft zich ontwikkeld tot het wedstrijd-hoogspringen, waarbij een hoogte van meer dan twee meter kan worden gehaald (wereldrecord 2,32 m). Er zijn verschillende technieken, o.a. de schaarsprong, de rolsprong en de moderne Fosbury-Flop.

v., heechspringe.

onderdeel van de Athletiek*. Hoogstade, gemeente in België, prov. West-Vlaanderen. 566 ha, 562 inw. Belg. oorlogskerkhof.

o.; (sport): het springen met een polsstok om het hoogst.

(’ho:ch) wkw. het in de hoogte springen : met een polsstok.

onbep. w., (atletiek) het springen over een lat op een bepaalde hoogte: met en zonder stok.