Wat is de betekenis van hooglopend?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hooglopend

bn., hooggaand, hevig: zij hebben hooglopende ruzie.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hooglopend

hooglopend - Bijvoeglijk naamwoord 1. van een conflict dat de emoties steeds heviger worden Op het moment dat De Beaufort deze brief schreef, waren Juliana en Stikker verwikkeld in een hooglopend conflict over de redevoeringen die zij in Amerika zou houden, een conflict waarin de minister zijn tegens...

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

hooglopend

heftig, hewig.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hooglopend

bn.; hevig, hooggaand; een hooglopende twist, erg; hooglopende woorden, heftig.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hooglopend

(lo:pənt) bn. hooggaand.

2025-07-24
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)