Wat is de betekenis van Hoofdling?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hoofdling

m. (-en), (hist.) in Gron. en Friesl. voornaam landbezitter die zitting had in de Staten.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoofdling

HOOFDLING, m. (-en), (hist.) in Gron. en Friesl. voornaam landbezitter, die zitting had in de Staten.

Gerelateerde zoekopdrachten