Wat is de betekenis van Hongaar?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hongaar

m. (Hongaren), iemand uit Hongarije; Hongaars paard.

2025-07-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Hongaar

iemand uit Hongarije. iemand met de Hongaarse nationaliteit; iemand die behoort tot het Hongaarse volk; iemand die afkomstig is uit Hongarije; inwoner van Hongarije. Voorbeelden: Een wereldreferendum, uitgevoerd door de internationale federatie van voetbalgeschiedenis en statistieken, wees de Hongaar Sandor Puhl opnieuw als beste sch...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Hongaar

Hongaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) iemand afkomstig uit Hongarije De Hongaren kwamen in 1956 in opstand tegen de door de Russen gesteunde communisten.

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hongaar

s., Hongaer.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Hongaar

m. Hongaren; iem. uit Hongarije. Hongaars 1. bn., bw.; (als) in, uit, van, betrekking hebbende op, afkomstig van Hongarije of de Hongaren: de Hongaarse taal; 2. o.; de taal.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Hongaar

(hon'ga:r) m. (...garen) inwoner, man afkomstig van Hongarije.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hongaar

HONGAAR, m. (Hongaren), iemand uit Hongarije.

2025-07-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)