Homunculus
(Lat.), m. (...li), 1. kunstmens; 2. klein mensje, gedrochtje.
Mark Nelissen (1996)
homunculus - Somatotopische projectie van het lichaam op de somatosensorische of de motorische cortex waardoor lichaamsdelen met een grotere gevoeligheid respectievelijk grotere beweeglijkheid, een groter gebied van de hersenschors in beslag nemen. Bij de voorstelling van het lichaam volgens deze verhoudingen ontstaat een h.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A.J.H. van Leeuwen, A.P. Meyer-Gerhard (1977)
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
lett. Lat. voor mannetje; zo gebruikte Antonie van Leeuwenhoek deze naam in verband met zijn idee over het zaaddiertje (zie ook animalcuIisten); in de psychiatrie bedoelt men de primitieve waanidee over het bestaan van een kabouterachtig wezen, dat een rol speelt in de hallucinaties van zo’n patiënt.
Winkler Prins (1949)
(Lat., mensje), door de alchemisten (o.a. Paracelsus) gedroomd, kunstmatig te verwekken menselijk wezen (vgl. Goethe’s Faust II).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: