Hommer
ook NOMMER, m. (-s), (scheepst.) aan het ondereind van een steng of aan het boveneind van een mast aangebrachte of uitgespaarde vier- of achthoekige verdikking tot steun van de bramzaling en het tuig.
Van Dale Uitgevers (1950)
ook NOMMER, m. (-s), (scheepst.) aan het ondereind van een steng of aan het boveneind van een mast aangebrachte of uitgespaarde vier- of achthoekige verdikking tot steun van de bramzaling en het tuig.
Wiktionary (2019)
hommer - Zelfstandignaamwoord 1. mannetjesvis 2. (kreeftachtigen) Homarus vulgaris grote zeekreeft van het geslacht Homarus 3. (scheepvaart) verdikking van masteind tot steun van bramzaling
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[vgl. Lat. cam(m)arus of gammarus, Gr. kam(m)aros] grote zeekreeft (Homarus vulgaris of H. gammarus) uit de familie der Langstaartkreeften (Macrura) uit de orde der Tienpotigen (Decapoda).
Kramer en de Bruin (1971)
Hommer - ook nommer, ronde of achthoekige verdikking aan de bovenste helft van een steng of mart, aan de bovenkant voorzien van een platte rand. Hierop rust eer ring waaraan het want wordt vastgemaakt. Op vissersschepen werd de hommer wel met kleuren opgesierd.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: