Wat is de betekenis van hommer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hommer

ook NOMMER, m. (-s), (scheepst.) aan het ondereind van een steng of aan het boveneind van een mast aangebrachte of uitgespaarde vier- of achthoekige verdikking tot steun van de bramzaling en het tuig.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hommer

hommer - Zelfstandignaamwoord 1. mannetjesvis 2. (kreeftachtigen) Homarus vulgaris grote zeekreeft van het geslacht Homarus 3. (scheepvaart) verdikking van masteind tot steun van bramzaling

2025-07-28
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

hommer

a. Zeekreeftsoort b. Mannetjesvis en wordt ook wel ‘homvis’ genoemd. ​

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Hommer

[vgl. Lat. cam(m)arus of gammarus, Gr. kam(m)aros] grote zeekreeft (Homarus vulgaris of H. gammarus) uit de familie der Langstaartkreeften (Macrura) uit de orde der Tienpotigen (Decapoda).

2025-07-28
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Hommer

Hommer - ook nommer, ronde of achthoekige verdikking aan de bovenste helft van een steng of mart, aan de bovenkant voorzien van een platte rand. Hierop rust eer ring waaraan het want wordt vastgemaakt. Op vissersschepen werd de hommer wel met kleuren opgesierd.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hommer

s.; (aan scheepsmast), hommer(ts).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hommer

m. -s; mannetjesvis.

2025-07-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Hommer

visschen v/h mannelijk gesl.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hommer

m. (-s; -tje) hom.