Wat is de betekenis van hogen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hogen

(hoogde, heeft en is gehoogd), 1. hoger maken, ophogen : een weg, een muur hogen ; 2. een bod hogen, bij een veiling hoger opbieden ; 3. (Zuidn.) duurder worden : de boter zal nog hogen ; 4. (schild.) door een lichtere kleur of tint dan de grond sterker doen uitkomen ; — met goud gehoogd, van prenten en miniatur...

2025-07-28
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

hogen

(in Zaanse pelmolens) Benaming voor de roeden van de pelmolen met hun diepe zeeg in de hekkens en hun brede voorhek. Dit zorgt voor een gelijkmatige gang van de wieken en levert een grote trekkracht.

2025-07-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

hogen

Hogen is een techniek bij het tekenen en schilderen waarbij hooglichten worden aangebracht; min. of meer dekkend op een donkere ondergrond om zo de plasticiteit te verhogen; ook bij grafiek.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hogen

hoogde, heeft gehoogd; 1. hoger maken, ophogen: een dijk 0.5 m hogen; 2. bij een verkoping of verpachting hoger bieden: een bod hogen; 3. schilderkunst: het licht sterker doen uitkomen: de schaduwen van een schilderij aanzetten om het licht te hogen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hogen

(hoogde, heeft gehoogd) 1. hoger maken: een weg 1/4 m -. 2. bij een veiling hoger bieden: een bod -. 3. doen uitkomen op een schilderij: de haard is hier met wit gehoogd. Tgst. ➝ diepen.