hoer (3)
verachtelijk persoon (dus ook een man). Hij had Arthur al voor ‘hoer’ uitgescholden en toen hij van het toilet kwam, waren er spatten op zijn broek geweest. (Hugo Claus, De hondsdagen, 1952)
Marc de Coster (2007)
verachtelijk persoon (dus ook een man). Hij had Arthur al voor ‘hoer’ uitgescholden en toen hij van het toilet kwam, waren er spatten op zijn broek geweest. (Hugo Claus, De hondsdagen, 1952)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: