Wat is de betekenis van Hoeksche?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hoeksche

HOEKSCHE, m. en v. (-n). (hist.) bijnaam eener partij in Holland in de 14de en 15de eeuw, de aanhangers van gravin Margareta, in tegenst. met de Kabeljauwschen, de aanhangers van graaf Willem V, haren zoon.