HOBAB
de zoon van Jethro en de zwager van Mozes, Num. 10 : 29, Richt. 1 : 16; 4 : 11. Zie nog 1 Sam. 15 : 6; 27 : 10; 30 : 29.
Prof. dr. F.W. Grosheide (1950)
de zoon van Jethro en de zwager van Mozes, Num. 10 : 29, Richt. 1 : 16; 4 : 11. Zie nog 1 Sam. 15 : 6; 27 : 10; 30 : 29.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Hobab - Hebr. naam, missch. afkorting van H.-êl „vriend Gods”, schoonbroeder van Mozes, Num. 10, 29 en Ex. 2,18 (Richt. 4,11 „schoonvader”, welk woord trouwens in ’t Hebr. met dezelfde medeklinkers wordt geschreven als ’t woord voor „schoonzoon”). H. was uit Midian afkomstig, hetgeen van belang is voor Mozes’ godsdienstige opvattingen; zie KENIETEN...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: