Hitte
gew. HETTE, v., 1. sterke of overmatige warmte, heetheid, inz. van de temperatuur van de lucht: koude en hitte; de hitte der zon, van het vuur; door te grote hitte verschroeit het gebraad ; er heerst een ondraaglijke hitte; — (techn.) gloeihitte, de temperatuur waarop ijzer enz. begint te gloeien: een staaf tot kersrod...