hipperdeklink, hippeldeklink
(19e eeuw) (inf.) iemand die pas komt kijken, klein kind dat pas begint te lopen; spring-in-‘t-veld. Hippelklinkje of hippeklinkje werd al opgetekend in de 17e en 18e eeuw. • Hippeldeklink. Een klein kind, dat pas begint te loopen. (Noord en Zuid. Jaargang 3. 1880) • Daarnaast hipperdeklink. Iemand die pas komt kijken, spring-in-'t...