Wat is de betekenis van hipperdeklink, hippeldeklink?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

hipperdeklink, hippeldeklink

(19e eeuw) (inf.) iemand die pas komt kijken, klein kind dat pas begint te lopen; spring-in-‘t-veld. Hippelklinkje of hippeklinkje werd al opgetekend in de 17e en 18e eeuw. • Hippeldeklink. Een klein kind, dat pas begint te loopen. (Noord en Zuid. Jaargang 3. 1880) • Daarnaast hipperdeklink. Iemand die pas komt kijken, spring-in-'t...

Gerelateerde zoekopdrachten