hippengeld
(1959) (< Barg. hip*) (Barg.) (prostitutie) bepaald deel van de verdiensten dat door de prostituée afgedragen moet worden aan de eigenaar van het huis. • De werkelijkheid — dat hebt u ook wel begrepen — is wel een weinig anders en in dit keiharde bedrijf van madams en afleggers, waar met hippengeld betaald wordt en meisie...