Hij werpt er zijn schoen op
Schoen, Ps. 60: 10, Ps. 108: 10. Deze uitdrukking beteekent: iets aan zich onderwerpen, iets tot zijn eigendom verklaren. Ten onrechte haalt Harrebomée II, 254 ter verklaring dezer spreekwijze Ruth 4: 7 en 8 aan, want daar is niet van het werpen maar van het uittrekken en overreiken der schoen (eigenlijk sandaal) sprake,...