Hij weet van geene krimp.
[Dat is: hij weet niet van geld sparen; hij weet zich niet in te krimpen. Men zegt dit van den verkwister. Heeft iemand nog geene krimp, dan beteekent dit, dat hij in overvloed leeft, en zich om het gebrek nut behoeft te bekommeren. Hij zal geene krimp geven, zegt men van den man, die zich weet staande te houden; die niet zwichten of bezwijken zal]...