Hij moet te spar en te kloet.
[Dat wil zeggen: alles moet ten spoedigste worden aangewend, om een dreigend gevaar af te keeren. Spar en kloet komen hier voor als de middelen, om daarin te slagen: spar, de dunnestang, en kloet, de stevige schippersboom. Daarom zegt men ook, wanneer eene zaak tot alle mogelijke einden wordt aangewend, of een persoon zich tot alles geschikt betoon...