Hij meent dat keizers kat zijn nicht is
In de 18de eeuw aangetroffen bij Tuinman II, 56: ‘Zy meent dat 's Keizers kat haare nicht is. Dit zegt men schertzende van eene, die zich belachelyk laat voorstaan, dat zy voor wat groots moet aangezien worden’; Wolff en Deken, Willem Leevend I, 257: Nu beelt gy UE. magtig wat in en denkt, dat 's keizers kat jen...