Hij heeft de harp aan de wilgen gehangen
Harp, Ps. 137: 2. Deze bekende spreekwijze heeft de beteekenis: hij heeft de poëzy laten varen, en houdt zich niet langer met zingen en dichten op. De uitdrukking is ontleend aan Ps. 137: 2 waar de Israëlieten verklaren, dat zij nog als ballingen in Babylon verkeerende, de harp of liever de citer, want de harp was daarvoor te groot, (...