Wat is de betekenis van Hieb?

2025-07-21
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hieb

houw, slag; einem einen Hieb versetzen, iemand een stoot toebrengen; der Hieb sitzt, die steek zit, die toespeling is raak; einen Hieb haben, aangeschoten zijn; drei auf einen Hieb, drie vliegen in één klap.