Wat is de betekenis van hen, kip?

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hen, kip

v. (-nen), het wijfje van de huishoenders (kippen): met de hennen slapen gaan, zeer vroeg naar bed gaan; het ei wil wijzer wezen dan de gezegd als een jong persoon een oudere tegenspreekt; het is een met sporen, een boosaardige vrouw.