Wat is de betekenis van Heining?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heining

v. (-en), 1. schutting of (w. g.) haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden; 2. (gew.) scheislootje.

2025-07-28
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Heining

Zie Heyning.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

heining

skutting, heg, draad.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

heining

v. -en, heininkje; heg, schutting.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

heining

('heining) v. (-en) haag of schutting om een stuk grond. Syn. → haag.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

heining

v. (-en), schutting om een stuk grond af te scheiden.

2025-07-28
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

heining

heining zn. 'schutting om een stuk grond af te scheiden' categorie: geleed woord Mnl. heinige, heindinge 'erfscheiding' [ca. 1400; MNW]. Afleiding van het Middelnederlandse werkwoord heinen 'omheinen', bijv. in soe sellen si heinen den werf [1299; CG I, 2639]. Het werkwoord is een samentrekking van *h...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heining

HEINING, v. (-en), schutting of haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden, — (gew.) scheislootje. HEININKJE, o. (-s).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Heining

zie Haag.