Heining
v. (-en), 1. schutting of (w. g.) haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden; 2. (gew.) scheislootje.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. schutting of (w. g.) haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden; 2. (gew.) scheislootje.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Instituut voor de Nederlandse taal
heining zn. 'schutting om een stuk grond af te scheiden' categorie: geleed woord Mnl. heinige, heindinge 'erfscheiding' [ca. 1400; MNW]. Afleiding van het Middelnederlandse werkwoord heinen 'omheinen', bijv. in soe sellen si heinen den werf [1299; CG I, 2639]. Het werkwoord is een samentrekking van *h...
J.H. van Dale (1898)
HEINING, v. (-en), schutting of haag, om een stuk grond van een ander erf af te scheiden, — (gew.) scheislootje. HEININKJE, o. (-s).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: