heide (hei)
v./m. (heiden), 1. (een uitgestrekt stuk) onbebouwde met heidekruid begroeide zandgrond (e): schapen op de -;iemand naar de Mokerhei wensen, hem verwensen; 2. de plantesoort die op zulke grond bij voorkeur groeit; ook als stofn.: afgesneden heidekruid dat o.a. diende voor het maken van bezems. (e) In brede zin is heide een vegetatietype met nagenoe...