Wat is de betekenis van Heiboer, m. (-en)?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heiboer, m. (-en)

1. boer die op de heide woont, daar zijn bedrijf uitoefent; 2. domkop.

Gerelateerde zoekopdrachten