Wat is de betekenis van heetloper?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heetloper

m. (-s).

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

heetloper

1) (1951) (Barg.) het betrapt worden (op heterdaad). • Met een ‘ha, die Bram!’ stapte Hompie de uitdragerij binnen, gaf door een gebaar te kennen, dat hij in de sereibel zat en liep meteen door naar de achterkamer, waar hij zich direkt op de hoogte stelde, hoe te ontkomen bij een overrompeling. ‘Een heetloper?!’, volg...

Gerelateerde zoekopdrachten