heet lopen
(1977) (inf.) geil worden. Zie ook: heetloopster*. • Toen ze zag dat ik mijn boeltje pakte, zei ze: ‘Voor een ouwe teef die heet loopt, moet je 'm smeren.’ (Marnix Gijsen: Verzameld werk. 1977) • Vreemd, dacht ik nog, hoe alle mannen van om en nabij de veertig jaar zo godvergeten heet lopen naar meisjes in hu...