Wat is de betekenis van heef?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Heef

1. m. (heven), (gew.) driehoekig schepnet aan een lange, gaffelvormige stok, gebbe; 2.m. en v., (gew. en Zuidn.) zuurdeeg; gist; 3.v. (heven), zie HEEFT en HEVE. HEEFDEEG, HEEFSEL, o., (Zuidn.) zuurdeeg.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

heef

heef - Zelfstandignaamwoord 1. driehoekig schepnet 2. een paal met een windwerk bestaande uit een spaakwiel op een as die wordt gebruikt om de kap van een hooiberg op-en-neer te bewegen

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Heef

Het begrip heef heeft 3 verschillende betekenissen: 1. heef - HEEF, m. (heven), (gew.) een driehoekig schepnet aan een langen, gafïelvormigen stok, gebbe. 2. heef - HEEF, m. en v. (gew.) zuurdeeg; gist. 3. heef - HEEF, v. (heven), zie HEEFT.