Wat is de betekenis van hebberd, hebkont?

2025-07-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

hebberd, hebkont

hebzuchtig persoon. Zoo’n hebbert, zoo’n traptouw! Dat bedierf al haar mooiigheid, vond Karel. (Is. Querido, De Jordaan, 1912) Hebzucht is niet beschaafd: ik zou nooit een grote hebkont willen zijn. (Haagse Post, 17/03/1990)

Gerelateerde zoekopdrachten