Wat is de betekenis van hazenhart?

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

hazenhart

(19e eeuw) (inf.) angstig persoon; bangerd. Letterlijk: iemand met het hart van een haas. • Uwe landgenoten zyn geheel iets anders dan helden. Hazenharten in reuzenlichamen! (Hendrik Conscience: Bella Stock. 1861, geciteerd in WNT) • „Madame", die een hazehart is, nam zielsdankbaar haar peignoir bij elkaar en verdwee...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hazenhart

hazenhart - Zelfstandignaamwoord 1. iemand met een hazenhart is iemand die snel bang is „Je bent te zacht voor mij.” Opnieuw hoort hij de harde woorden van zijn vrouw voordat ze hem eruit gooide. „Je hebt een hazenhart gekregen.” Ze heeft gelijk, denkt hij. Ze heeft godverdomme gelijk. Sinds enkele m...

2025-07-23
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

hazenhart

angstig persoon; bangerd. Letterlijk: iemand met het hart van een haas. Uwe landgenoten zyn geheel iets anders dan helden. Hazenharten in reuzenlichamen! (Hendrik Conscience, Bella Stock, 1861) ‘Madame’, die een hazehart is, nam zielsdankbaar haar peignoir bij elkaar en verdween in de badkamer. (De Groene Amsterdammer, 26/03/1927)

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)