Haud ullas dortabis odes acherontis ad undas: nudus ad infemas, stulte, vehere rates
Gij zult in 't geheel geen riijdommen meenemen naar de wateren van de Acheron: naakt zult gij, o dwaas, in de onderaardse boot (van Charon) stappen. Propertius, Elegiae 4. 4. 13.