Wat is de betekenis van hatch?

2025-07-23
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

hatch

1. het broeden; broedsel || luik (gat); halve deur || arceerstreepje; under hatches, onder de luiken geconsigneerd; fig in verzekerde bewaring; veilig opgeborgen; er beroerd aan toe; dood. 2. uitbroeden || arceren; 3. broeden; uitkomen.

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Hatch

Hatch - (Edwin), 1835—98, Eng. theoloog, ook in Amerika werkzaam geweest, ten slotte hoogl. te Oxford voor LXX en kerkgeschiedenis. Hij legde nadruk op den invloed van Grieksche denkbeelden en gebruiken op het Christendom en maakte scheiding tusschen episkopaat en presbyterium. De meeste van zijn ideeën zijn op het vasteland gekomen door de vertali...