Wat is de betekenis van haspel?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haspel

m. (-s, -en), 1. gestel van door latten verbonden kruisspaken of schijven dat ronddraaien kan, voor het winden van garen van de klossen waarop het gesponnen is tot strengen ; ook b.v. bij het oplaten van een vlieger om het vliegertouw te laten vieren of in te korten enz. ; — (w. g.) (zegsw.) op de haspel passen, op zijn zaken letten, h...

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

haspel

Het begrip haspel heeft 2 verschillende betekenissen: 1) toestel om op en af te winden. toestel om slangen, snoeren, draden en dergelijke op en af te winden, meestal in de vorm van een cilinder met opstaande randen die kan worden rondgedraaid op een voetstuk. 2) mislukkeling. iemand die, vooral door eigen onkunde of onhandigheid, faa...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haspel

haspel - Zelfstandignaamwoord 1. een werktuig voor het op- of afwinden van kabels, slangen enz haspel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haspelen ♢ Ik haspel 2. gebiedende wijs van haspelen haspel! 3. (bij inversie) t...

2025-07-28
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Haspel

Z.g. zeskanter in verfmolens, bedoeld om kluiten en ongerechtigheden uit de gemalen verfstof te zeven.

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

haspel

haspel - Toestellen, meestal bestaande uit een kooi die kan uitzetten en die draait om een verticale schacht, en een fioelkop, die op eigen poten kan staan of kan worden bevestigd aan het deksel van de naaidoos of de rand van de tafel. Er wordt een streng draad op de kooi geplaatst en omgekeerd, waarna de haspel in beweging wordt gezet om een regel...

2025-07-28
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

HASPEL

gehucht in de Noordbrabantse gemeente Gilze en Rijen.

2025-07-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

haspel

soort wentrom, rol.

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Haspel

Onderdeel van een zelfbinder. van sommige maaidorsers, van een erwtenmaai-apparaat en het werkende deel van een harkkeerder, harkschudder en harkkeerder-schudder. Een h. bestaat bij een zelfbinder uit twee 4- of 6-armige houten kruisen, waartussen dwarslatten (haspellatten) zijn aangebracht. De graanhalmen hebben door de druk van het snijmes op he...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Haspel

s., hispel, hespel, haspel, jernwine; (om op te twijnen), twynblok (it).