Wat is de betekenis van Hash?

2025-07-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

hash

(zelfstandig naamwoord) [narcotica] hasj, hasjies - Bij een zeer klein aantal ziektes helpt het gebruik van hasj. [ict] verhaspeling, codering - Elke toegangscode wordt door een algoritme verhaspeld en die verhaspeling wordt opgeslagen.

2025-07-29
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Hash

hash is de verkorte benaming van cryptographic hash function.

2025-07-29
Nieuwe Woorden Netwerk

Redactie Ensie (2020)

Hash

(fixed size) Digital fingerprint

2025-07-29
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Hash

(1) Ruis. (2) Overtollige gegevens, die in een geheugen aanwezig zijn.

2025-07-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

hash

I. (fijn) hakken (ook: hash tip); II. hachee; fig mengelmoes, (rommel)zootje; make a hash of it, de boel verknoeien; settle one’s hash, iemand zijn vet (zijn bekomst) geven.