hash
(zelfstandig naamwoord) [narcotica] hasj, hasjies - Bij een zeer klein aantal ziektes helpt het gebruik van hasj. [ict] verhaspeling, codering - Elke toegangscode wordt door een algoritme verhaspeld en die verhaspeling wordt opgeslagen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [narcotica] hasj, hasjies - Bij een zeer klein aantal ziektes helpt het gebruik van hasj. [ict] verhaspeling, codering - Elke toegangscode wordt door een algoritme verhaspeld en die verhaspeling wordt opgeslagen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. (fijn) hakken (ook: hash tip); II. hachee; fig mengelmoes, (rommel)zootje; make a hash of it, de boel verknoeien; settle one’s hash, iemand zijn vet (zijn bekomst) geven.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: