Wat is de betekenis van harpuis?

o., (zeew.) een soort van gele hars met lijnolie en vet (eertijds met zwavel, koehaar en glasgruis) samengekookt voor het in smeren van stengen en rondhouten tegen de houtworm; voorh. ook tot bescherming van de scheepshuid.

harpuis - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) versmolten mengsel van gele hars, lijnolie en eventueel vet of zwavel ter behandeling van het hout boven de waterlijn ♢ Met harpuis kan houtwerk beschermd worden tegen verwering en houtworm.

Mengsel van gele hars, lijnolie en vet, samen gekookt en gebruikt voor het impregneren van hout tegen aantasting door insecten, meestal voor schepen, maar ook in de bouw. In 1528 in Hoorn (N.H.) i.v.m. brandgevaar samen met pek en teer bij keur verboden voor het bestrijken van huizen.

Harpuis - helder, geelachtig mengsel van hars en lijnolie dat gekookt en afgeschuimd werd. De hars werd getrokken uit naaldbomen. Om hem te kleuren en te laten glanzen werd er zwavel bijgevoegd en ook vet; dit laatste om het bros verharden tegen te gaan. Houten onderdelen werden met harpuis bestreken om ze tegen verrotting te beschermen. Gemengd me...

klewerige gom.

o., mengsel van hars en zwavel; harpuizen: met harpuis bestrijken tegen houtworm

s.n., harpuis (it).

mengsel van hars, gekookte lijnolie en hard vet, dat te zamen gekookt wordt. Aan boord van schepen gebruikt men harpuis om bindsels en rondhouten mee in te smeren en zodoende tegen inwateren en bederf te beschermen.

o., mengsel van zwavel, lijnolie en hars tot wering v. d. houtworm in schepen.