harko
(1991) (jeugd) lomp persoon. • Harko, boerenkinkel. (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) • Harko: pummel, onbehouwen figuur. (Marnix en Marjan van Lichtenvoorde: Scheldwoorden van de jaren negentig. 1993)