Wat is de betekenis van harko?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

harko

(1991) (jeugd) lomp persoon. • Harko, boerenkinkel. (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de omgangstaal. 1991) • Harko: pummel, onbehouwen figuur. (Marnix en Marjan van Lichtenvoorde: Scheldwoorden van de jaren negentig. 1993)

2025-07-28
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Harko

Zie Hare

2025-07-28
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Harko

m -> Hare.