Wat is de betekenis van hardlijvig?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hardlijvig

bn. (-er, -st), een hard lijf, een moeilijke stoelgang hebbende; (gemeenz.) vasthoudend.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hardlijvig

hardlijvig - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet makkelijk afstand kunnen doen van je geld, vrekkig 2. (figuurlijk) niet makkelijk afstand kunnen doen van ontlasting, obstipatie hebben De hardlijvige patiënt had veel buikpijn. Woordherkomst Samenstellende afleiding van hard en lijf met h...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hardlijvig

adj., hurdlivich.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hardlijvig

bn., lijdend aan verstopping.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hardlijvig

('lijvәch) bn. (-er, -st) aan verstopping lijdend.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hardlijvig

bn. (-er, -st), een hard lijf, een moeilijke stoelgang hebbend; (gemeenz.) vasthoudend,

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hardlijvig

HARDLIJVIG, bn. (-er, -st), een hard lijf. een moeilijken stoelgang hebbende; (gemeenz..) vasthoudend. HARDLIJVIGHEID, v.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)