Wat is de betekenis van hardkop?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hardkop

m. (-pen), iem. met een harde kop, hetzij hardleers of koppig.

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

hardkop

(1920) (Amsterdam, trambestuurder) passagier die zelden een fooi geeft. • Een specialen naam in het tramjargon hebben passagiers, dis een abonnement of boekje hebben. Ze geven natuurlijk zelden, misschien nooit, „een plak" of fooi en heeten „hardkoppen". (Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant, 03/06/1920...

2025-07-22
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HARDKOP

is een term uit de geomorphologie, waarmede een berg wordt aangeduid, die zijn bestaan en isolering aan de weerstandskracht van zijn gesteente tegen erosie dankt. De door W. M. Davis hiervoor ingevoerde term is „monadnock”, ontleend aan een restberg op de schiervlakte van NewHampshire (V.S.).

2025-07-22
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Hardkop

Hardkop - Ned. benaming voor het begrip Monadnock (naar Mt. Monadnock in Z.W. New Hampshire), een berg of bergrug, die boven een schiervlakte oprijst, omdat hij ten gevolge van de grootere weerstandskracht van zijn gesteenten bij de vereffening van het landschap gespaard bleef. Voorbeeld: de kwartsietkam van den Hunsrück (Soonwald enz.), oprij...

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hardkop

m. (-pen), 1. iemand met een harde kop, hetzij hardleers of koppig; 2. een door erosie en denudatie gespaarde, uit hardere gesteenten bestaande restberg (e). (e) Hardkop is de Ned. term voor wat W.M.Davis naar een Indiaanse bergnaam monadnock noemde.

Gerelateerde zoekopdrachten