Hardebol
m. (-len), stijfkop, eigenzinnig mens. HARDEBOLLEN, (hardebolde, heeft gehardebold), met de hoofden tegen elkander stoten om te zien wie het hardste hoofd heeft; (fig.) geen kamp geven; koppig volhouden: tegen het noodlot hardcbollen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-len), stijfkop, eigenzinnig mens. HARDEBOLLEN, (hardebolde, heeft gehardebold), met de hoofden tegen elkander stoten om te zien wie het hardste hoofd heeft; (fig.) geen kamp geven; koppig volhouden: tegen het noodlot hardcbollen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
I.M. Calisch (1864)
Hardebol, m. (-len), stijfkop, eigenzinnig mensch. *-LEN, ow. gel. (ik hardebolde, heb gehardebold), met de hoofden tegen elkander stooten; (fig.) tegen het noodlot -, ijdele klagten doen hooren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: