Wat is de betekenis van harbour?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

harbour

I. haven, schuilplaats [v. hert]; herberg; II. herbergen [ook: ongedierte.]; koesteren [gedachten]; met zich omdragen [plan]; III. 1. een schuilplaats vinden; 2. ten anker gaan.