Hansworst
m. (-en), harlekijn, potsenmaker; ook een pop gelijk een hansworst, als kinderspeelgoed ; (fig.) iem. die handelt als een hansworst, belachelijk, aanstellerig persoon.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), harlekijn, potsenmaker; ook een pop gelijk een hansworst, als kinderspeelgoed ; (fig.) iem. die handelt als een hansworst, belachelijk, aanstellerig persoon.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip hansworst heeft 2 verschillende betekenissen: 1) komisch figuur of pop. historische, komische figuur, die in de poppenkast ook als Jan Klaassen bekend is en die de rol van grappenmaker in toneelstukken en komische balletten vertolkt. 2) dwaas; idioot; malloot; nar; pias. iemand die zich lachwekkend of belachelijk gedraagt;...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1654) (< Dui. Hans Wurst, 1519) (scheldw.) iemand die zich belachelijk en aanstellerig gedraagt; dwaas; malloot; potsenmaker; pias; janpotage. Oorspronkelijk de naam van een Duitse toneelfiguur, Hans Wurst, een logge dikke man die op een worst geleek; een harlekijn. Bij ons voor het eerst voorkomend in een vertaling van Sebastiaan Brandts &lsqu...
Wiktionary (2019)
hansworst - Zelfstandignaamwoord 1. toneelfiguur, het meest overeenkomende met Harlekijn 2. grappenmaker 3. sufferd, belachelijk persoon Woordherkomst samenstelling van hans en worst Verwante begrippen clown, harlekijn, zot
Marc de Coster (2007)
iemand die zich belachelijk gedraagt; aansteller; dwaas; janpotage. Sedert ca. 1732. Oorspronkelijk de naam van een Duitse toneelfiguur, Hans Wurst, een logge dikke man die op een worst geleek; een harlekijn. Bij ons voor het eerst voorkomend in een vertaling van Sebastiaan Brandts ‘Narrenschiff’ (uit 1519). In andere landen zien we he...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
is de bekende grotesk-comische figuur van het oude Duitse toneel; hij komt thans, ook in Nederland, nog in het spraakgebruik voor. Men vindt het woord het eerst in de in 1519 verschenen Nederduitse bewerking van Sebastiaan Brant’s Narrenschiff en Luther gebruikte het in zijn tegen de hertog van Brunswijk-Wolfenbüttel gericht schri...
M. J. Koenen's (1937)
m. -en, de lijvige toneelzot, in verg. met Pekelharing; potsenmaker; pop als hansworst; belachelijk, aanstellerig persoon; verg. Jack Pudding.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: