Hanebalk
m. (-en), (bouwk.) horizontale balk boven in een dakgebint ter versterking der spruiten ; — hij woont in (ook onder) de hanebalken, zeer hoog, vlak onder de dakpannen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), (bouwk.) horizontale balk boven in een dakgebint ter versterking der spruiten ; — hij woont in (ook onder) de hanebalken, zeer hoog, vlak onder de dakpannen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Getty Research Institute (1990)
hanebalk - Horizontale delen die twee tegenoverliggende daksparren verbinden en verstevigen, meestal op een punt halverwege de daksparren.
Veerman (1954)
Horizontale balk, welke dient ter verbinding en versterking van de beide spantbenen. De h. wordt in spanten van rondhout op ⅓ van de hoogte vanaf de nok en bij bezaagd hout gewoonlijk ter halver hoogte van het spant aangebracht.
Winkler Prins (1949)
noemt men de balk in de dakstoel, die, evenals de bindbalk, horizontaal komt te liggen en tussen deze laatste en de nok tot versterking der spruiten wordt aangebracht.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
noemt men een horizontale balk in een kapspant ter versteviging daarvan, om vooral het zijdelings uitwijken te beletten. De hanebalk is de hoogst gelegen horizontale balk, die men in een houten kapwerk aanbrengt, vandaar waarschijnlijk, dat in enkele eigenaardige uitdrukkingen in de spreektaal, op hooggelegen ruimten in een gebouw betrekking hebben...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: