Handsmeer
o., HANDSMERING, v., geld als fooi of gift.
Marc De Coster (2020-2025)
(1937) (Barg.) geld. 'Handsmering' (van Nhd. handschmierung) in de zin van 'drinkgeld, fooi' wordt reeds vermeld door Molema. Syn.: handolie*; duimkruid*; zangzaad*. • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: