Wat is de betekenis van handsmeer?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handsmeer

o., HANDSMERING, v., geld als fooi of gift.

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

handsmeer

(1937) (Barg.) geld. 'Handsmering' (van Nhd. handschmierung) in de zin van 'drinkgeld, fooi' wordt reeds vermeld door Molema. Syn.: handolie*; duimkruid*; zangzaad*. • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)

Gerelateerde zoekopdrachten