Handbeschermer
m. (-s), houten belegstuk bfi een handvuurwapen, om het branden der vingers door het aanraken van hete metalen delen te voorkomen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), houten belegstuk bfi een handvuurwapen, om het branden der vingers door het aanraken van hete metalen delen te voorkomen.
Jan Luitzen (2008)
(de; -s) SP - kleding stuk (leertje, handschoen) van leer, wol, zijde, garen of enige andere stof waarmee men de hand(palm) bedekt en al dan niet (enige van) de vingers; een handbeschermer dient ter bescherming van de hand en om een vastere grip te hebben, bv. tijdens een turnoefening aan een toestel. • Bij het kogelslingeren worden handbeschermers...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Handbeschermer - houten overdekking van den loop van een geweer of karabijn dienende om de hand van den schutter tegen het warm worden van den loop bij langdurig snelvuur te beschermen. Zie LADE.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: