Wat is de betekenis van hamel?

m. (-s), gesneden mannelijk schaap, gesneden ram.

gecastreerde ram. gecastreerd mannelijk schaap; gecastreerde ram. Voorbeelden: Het was de gewoonte een bel te hangen aan een ram, belhamel (hamel = (gesneden) ram) genoemd, waar de kudde zich naar kon richten. http://www.mot.be/dutch/proverbs.htm Een hamel is een gesneden ram, en een bel-hamel is zo’n ram, maar dan met...

hamel - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) een gecastreerde ram ♢ De hamel overleed door de ziekte. 2. (insecten) emelt Verwante begrippen [1] barg, kapoen, os, ruin, oen, kluns, borg, weer

Hamel, Hendrik, Nederlands ambtenaar van de voc, circa 1650. Hamel was boekhouder van het jacht De Sperwer, dat in 1653 schipbreuk leed op de zuidkust van Korea. Hij werd daar met een aantal lotgenoten gevangengehouden; in 1666 wisten zij te ontsnappen. Teruggekeerd in de Republiek schreef hij het eerste in het Westen verschenen boek over Korea, da...

gesneden ram

gesneden ram. De „belhamel” was de ram die met een bel voor aan de kudde liep.

Willem; geb. Rotterdam i november 1860, overl. Egweil (Dld) 23 augustus 1924. Woonde en werkte in Rotterdam tot 1885, Amsterdam tot 1886, Voorburg 1887, Rotterdam (Kralingen) tot 1891, Rolde tot 1893, Den Haag tot 1898, Ede 1899, Voorburg 1901-1902, Den Haag tot 1903, Heemskerk tot 1905, Apeldoorn (Kootwijk) tot 1922, daarna in Duitsland. Schilderd...

gecastreerd mannelijk schaap.

Hamel - zie Manette Cramer.