Halvezool
v. (...zolen), (schoenm.) nieuwe of extra zool onder de voorste helft van een schoen.
Wiktionary (2019)
halvezool - Zelfstandignaamwoord 1. (scheldwoord) (m) nietsnut 2. (f)/(m) een schoenzool die alleen onder het voorste deel van de schoen bevestigd wordt (als extra versteviging) halvezool - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van halvezolen ♢ Ik halvez...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (1998)
een van oorsprong Rotterdamse slanguitdr. voor ‘een sufferd’. Verbastering van het Engelse scheldwoord asshole‘klootzak’. ‘Halve zool!’, bloosde Arentje. (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938) Ken je ’t zien zo, halve zool, of moet ik ze effe bij het raam houe? (J.A. Deelder: Schone Welt, 1982) Als ik ergens binnenkom, beginnen mensen me...
J. van Donselaar (1936)
(de, -zolen), stuk op een schoenzool. - Etym.: In AN veroud. en daar alleen m.b.t. het voorste deel van een zool (WNT 1900).
Jozef Verschueren (1930)
('zo:l) v. (...zolen) zool onder de voorste helft van de schoen : ...zolen en achterlappen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: