Wat is de betekenis van Halsstuk?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halsstuk

o. (-ken), 1. (naaist., kleerm.) dat deel van een kledingstuk, hetwelk bij de hals ligt; 2. (slag.) stuk vlees van de hals van een geslacht dier; 3. dunner gedeelte van een rijspoor.

Gerelateerde zoekopdrachten