Halm
m. (-en), 1. de meestal ronde, gelede stengel der grassen (Gramineeën); vgl. gras-, strohalm; — (in ’t bijz.) stengel van een graangewas, karenhalm; een halm schieten, die vóórtbrengen; de halmen tot schoven binden; — het graan op (de) halm (of op de halmen) verkopen, te...