Wat is de betekenis van Halfwijs?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Halfwijs

bn., niet goed wijs, half gaar.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Halfwijs

adj., healwiis.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

halfwijs

bn. (niet goed of maar half wijs); verg. halfgaar.

Gerelateerde zoekopdrachten