Wat is de betekenis van Halfschaduw?

v. (-en), 1. (nat.) krans om de kernschaduw, die nog enig licht ontvangt; 2. (schild.) overgangstint tussen schaduw en licht.

halfschaduw - zelfstandig naamwoord uitspraak: half-scha-duw 1. rand om de schaduw waar nog enig licht komt ♢ hij zat met zijn gezicht in de halfschaduw Zelfstandig naamwoord: half-scha-duw de halfschaduw ...

Het gebied in de schaduw om de kernschaduw heen, waar de schaduw naar de rand toe steeds lichter wordt.

v. halfschaduwen (sterrenk. de gedeeltelijk verlichte krans rondom de kernschaduw: schilderk. overgangstint van licht tot donker): beter: halve, gedeeltelijke schaduw.

Halfschaduw - (sterrenk.), ➝ Verduistering.

('half) v. (-en) 1. Algm. overgangstint, -toon tussen schaduw en licht. 2. Sterrenk. gedeeltelijk verlichte krans rondom de kernschaduw, bij een verduistering.

Halfschaduw - Wanneer in den loop der i lichtstralen, die afkomstig zijn van een lichtbron van zekere uitgestrektheid een voorwerp wordt geplaatst, dat geen licht doorlaat, dan ontvangt een gedeelte der ruimte slechts licht van een deel der lichtbron; dit deel der ruimte wordt h. genoemd. De h. vormt den overgang tusschen het door het volle licht d...

v./m. (-en), 1. krans om de kernschaduw, die nog wat licht ontvangt wanneer de lichtbron groter is dan het voorwerp; 2. overgangstint tussen schaduw en licht.

HALFSCHADUW, v. (nat.) dat gedeelte der schaduw, hetwelk eenig licht ontvangt; (schild.) overgangstint tusschen schaduw en licht.